oktober 22, 2019
van Knud Baade*
Verkerend tussen zee en maan
was hij zichzelf, zo hard als rots,
zo hoog als maar zijn stok kon reiken,
in die houding bleef hij uren staan,
waaruit standvastigheid zou blijken.
Zijn blik voer verder dan de kim,
waar hij zichzelf zag, nu al trots
op wat hij spoedig zou bereiken
door standvastigheid, hij was ook slim
en zou het zeil niet eerder strijken…
… dan waar het lichtte aan de kust
van goud en zilver, rijkdom gods,
die op zijn drakenschip zou prijken
nadat hij bezeten was van lust,
zo nodig ging hij over lijken.
Verkerend tussen zee en maan
liet hij zich in verbeelding gaan.
* Knud Baade (1808-1879)
Schilderij ‘Scène uit het tijdperk
van de Noorse sagen’
november 19, 2024
november 12, 2024