van Mariano Fortuny y Marsal*
Het Spaanse rijk kromp langzaam in,
geen zilvervloot voer onder zeil
gestolen schatten naar het vaderland,
kolonies werden zelf tot land;
de steden Ceuta en Melilla in
Marokko bleven Spaans van stijl.
’t Omringend land vond dat geen stijl
en viel de beide forten aan,
waarbij een aantal lieden werd gedood,
wat leidde tot een oorlogsvloot:
voor volk en vaderland vlot onder zeil,
op Ceuta en Melilla aan.
Geen oorlog zonder slag op slag,
bij Tétouan en bij Wad-Ras,
waarbij van beide kanten werd gedood,
de bodem kleurde dubbel rood
en aan het einde van de laatste dag
kreeg ’t Marokkaanse rijk een kras.
* Mariano Fortuny y Marsal (1838-1874)
Schilderij ‘De slag van Wad-Ras’
|