van Prosper Marilhat*
van Elihu Vedder**
Vijf keer boog hij op een dag
voorover, op de vloer zijn hoofd,
zoals het hoort, maar heeft hij ooit
vanuit het niets een stem gehoord
die heilig was beloofd?
’t Lag niet aan wat hij zag:
de hoogte van de minaret;
de koepel, als met goud getooid,
sprak van een rijk en machtig woord,
maar heilig was de wet.
Heimwee rees, terwijl hij lag
op zere knieën in gebed,
’t gevoel alsof hij was berooid;
ze hielden hem voor licht gestoord,
maar heilig was zijn zet.
Weer op zijn knieën, voor de mond,
die hem vertelde van weleer,
toen mens en goden in ’t verbond
van toegezegde vruchtbaarheid
aanschouwden water, op en neer.
* Prosper Marilhat (1811-1847)
Schilderij ‘Moskee in Beneden-Egypte’
** Elihu Vedder (1836-1923)
Schilderij ‘De man die de sfinx ondervroeg’
|