van Viktor Safonkin*
Ze liggen op de hulzentop,
soldaten in hun eigen land,
de wapens in de aanslag;
morgen is er weer een dag,
de schreeuw van moord en brand,
met nietsdoen houdt het op.
Beneden is het eigen volk
als terroristen in ’t geweer,
geef acht op elke aanslag,
camouflage met een vlag,
schiet wat verdacht wordt neer,
wat wegdrijft is de wolk.
De huls wordt als een duif
die wegvliegt naar de sterke held
van wie ’t commando aanslaat:
‘Geef voortdurend acht, soldaat,
hun dagen zijn geteld
en jij vreet uit mijn ruif!’
* Schilderij ‘Bullets of measureless love’ |