november 22, 2016
Bij Marcus 1, 40-45
Melodie: Tussentijds 5
Wie op aarde wordt geboren,
loopt in ’t leven niet alleen,
hij wil bij de ander horen,
zij wil mensen om zich heen.
Zo ontstaat een samenleving,
woorden gaan van mens tot mens:
eerst het kwetsen, dan vergeving,
maar nog eerder ’t woord als wens.
Raakt men uit het samen leven,
klinkt door stilte heen geen stem,
wie zal dan het antwoord geven
op de vraag van haar of hem?
Ziekte laat de stilte vallen,
geeft de echo als geluid,
rekent niet meer met getallen,
want met één is het wel uit.
Wie gepest wordt, is verstoten
naar het land dat ‘Eenzaam’ heet,
dwergje tussen al die groten,
waarmee hij zich niet meer meet.
Als de zwakke wordt benaderd
door de Mens die redden zal,
dan schenkt Hij het levenskader:
mensen tussen berg en dal.
Wie melaats was, stond er buiten,
ging bergafwaarts door het dal,
hoorde vogels niet meer fluiten,
liep door ’t leven zonder tal.
Ruggen konden hem nog raken,
handen wilden dat niet doen,
niemand zou ’t gebaar nog maken
van kom hier, voor jou een zoen.
Iemand heeft hij toen benaderd
die zijn diepste raken zou;
Jezus schonk hem ’t levenskader:
mensen zijn er ook voor jou.
Zie ook: Religie Dienst van de aanraking
november 22, 2016
Bij 2 Koningen 5, 1-15 Melodie: Lied 489 uit het Liedboek voor de kerken Naäman was een krijgsheld die roemrijk uit de oorlog kwam, met rechte rug zat op zijn paard, hij leefde toen van rijksgeld, zijn functie was het waard.Een karavaan met slaven kwam met hem uit de oorlog mee, uit Israël ook een slavin, een meisje voor het laven van alles naar zijn zin. Het meisje zag zijn handen Naäman liet zich raden Maar de profeet bleef binnen, Naäman liet zich raden,
Zie ook: Religy Dienst van de aanraking |