oktober 25, 2016
van Gustave Moreau*
Lieftallig was haar uiterlijk van voren, blikken die geen mens doorstaat, waarheen hij klimmend gaat, zij leek voor anderen geboren. Maar achter en ook onder was ’t beestachtig Haar vleugels ruisten, riepen velen boven, Het waren raadsels die de vlammen blusten, Lieftallig liet zij vele blikken dwalen * Gustave Moreau (1826-1898), |
oktober 18, 2016
van Eugène Carrière* van Emile Bernard**
Ze stond ertussen, haar geluk intens, als jonge moeder met haar kind, in droomwaas opgenomen; bomen zongen met de wind het lied van weer een wens. Zo mocht zij viermaal wensen, Zij stond ernaast, maar ’t was wel haar gezin; * Eugène Carrière (1849-1906) ** Emile Bernard (1868-1941) |