oktober 25, 2016
van Puvis de Chavannes*
Zij leven aan de rand van ’t water, ’t meer dat geeft de kost, niet meer, hij heeft zijn boot, een lange stok, een touw, het net, niet meer, de vis komt dan wat later, maar het is en blijft een gok. Daar staat hij aan de rand van het bestaan, Zij blijven aan de rand van ’t weiland, En knielend aan de rand van het bestaan, |
oktober 25, 2016
van Gustave Moreau*
Als jongetje vloog hij al weg, met fantasie de wereld door, omdat hij werd gepest en ieder hem een meisje vond, maar jongen was hij echt. Verbeelding vond hij op zijn vlucht, De wolkenlucht werd zijn domein, * Gustave Moreau (1826-1898) |