maart 14, 2017
Antoine Joseph Wiertz*
De hamer hangt nog in zijn zak,
als timmerman is hij nu klaar,
wie anders zal de kist dan dragen?
Medelijden past niet in zijn vak,
de dode zal er niet om vragen.
Gestrekte armen van verdriet
verlangen nog een laatste woord,
een antwoord op haar honderd vragen;
medelijden vraagt zij nu nog niet…
de dode heeft haar niet gehoord.
Vier handen op het ruwe hout
proberen door te dringen tot
de handen die de kleintjes droegen;
medelijden laat hen nu nog koud…
de dode weet niet van hun lot.
* Antoine Joseph Wiertz (1806-1865)
Schilderij ‘Wezen’
maart 7, 2017
van Antoine Joseph Wiertz*
Langzaam was hij weggegleden
in zijn houten ledikant
met menig droombeeld nog voor ogen:
van Sneeuwwitje naar de sterke reus,
die pestte met zijn mensenmaal,
van rechtervoet tot linkerhand,
de greep om op te treden,
toneelspel voor de volle zaal,
hij kon niet anders, had geen keus.
Langzaam was ook zijn ontwaken
in zijn houten ledikant?
De dromen waren weggevlogen,
boven hem was nu een houten dak;
hij tastte naar een vleugje licht,
wat lukte met zijn linkerhand,
zijn greep zou niemand raken;
nadat hij zich had opgericht,
kwam plotsklaps volop ongemak.
* Antoine Joseph Wiertz (1806-1865)
Schilderij ‘De voorbarige begrafenis’