juni 13, 2017
van Lourens Alma-Tadema*
Wat geeft dan nog de pracht en praal
van vazen, sfinx en mummiekist,
de macht van Diocletianus,
de keizer van ’t Romeinse rijk;
zij knielt en weet het wis: hij is ’t
die ’t leven liet en werd tot lijk.
Wat geeft dan nog het prachtverhaal
van wat hij liet en wat hij deed
voor keizer Diocletianus,
die menig christen doden liet,
vermenigvuldigde het leed,
want haar verdriet begaf het niet.
Zij geeft aan ’t eigen leed geen taal
en teken, zwijgend wacht zij tot…,
maar niet op Diocletianus,
… de harp gemis en leed verwoordt;
de mummiekist valt pas in ’t slot
als zij zijn stem weer heeft gehoord.
* Lourens Alma-Tadema (1836-1912)
Schilderij ‘Een Egyptische weduwe
in de tijd van Diocletianus’
juni 6, 2017
van Lourens Alma-Tadema*
van Phidias**
Daar staat hij voor het fries van Parthenon,
waar hij de supervisie over had,
met trots vervuld zoals een pauw
vertoont zijn veren in de zon,
vriend Pericles schonk hem de bouw.
De goden schonken Phidias het heil
van denk- en handkracht als hij erom bad,
waaruit het bouwwerk vast ontstond,
’t vertoonde de klassieke stijl,
de mens op goddelijke grond.
Toen Pericles de macht ontnomen was,
viel Phidias ook van het hoge dak,
de dood of naar de godentop:
op ’t Parthenon ontstond een kras,
maar Phidias kwam hogerop.
Zijn inspiratie werd de hoogste god,
die hij verbeeldde in ivoor en goud,
een beeldhouwwerk trots als een pauw,
met Zeus bereikte hij zijn slot,
zijn leven kende geen berouw.
* Lourens Alma-Tadema (1836-1912)
Schilderij ‘Phidias toont zijn vrienden
het fries van Parthenon’
** Phidias (gestorven circa 432 voor Christus)