Melodie: Lied 416 uit het Liedboek voor de kerken
Mattia Preti
detail
Gelukkig is de Zoon
die onlangs werd gedoopt,
de duif was Hem tot kroon,
meer dan Hij had gehoopt,
zo gaat met Hem de Geest
op weg naar de woestijn,
waar Hij het eerst moet zijn,
de stilte op haar heetst.
Goedaardig klinkt een stem
die plots de stilte scheurt,
rechtstreeks gericht tot Hem
met woorden licht gekleurd:
‘Als honger plaagt de Zoon,
dan laat Hij in zijn nood
van stenen maken brood,
zijn stil verdiende loon.’
Gelukkig is de Zoon,
want Hij weerstaat het kwaad,
van brood gaat het naar troon,
de koninklijke staat:
‘Een knieval, ‘k vraag niet meer
voor wat je rondom ziet,
de macht die ik je bied,
daarbij komt nog de eer.’
Gelukkig is de Zoon,
want Hij weerstaat de macht,
de show komt na de troon,
de vrije val die wacht:
‘Een sprong doet je geen kwaad,
omdat er boden zijn
die vangen zonder pijn,
’t applaus komt na de daad.’
Gelukkig is de Zoon
die kunst- en vliegwerk mijdt,
zijn weg kent geen vertoon,
leidt naar een nieuwe tijd.
Gelukkig iedereen
die net als Hij weerstaat
de macht van satans kwaad,
zijn lokbrood is van steen.
Mattia Preti
detail
Zie ook: Religie Geestdienst |