maart 6, 2018
van Lourens Alma-Tadema*
Het marmer heeft de tijd doorstaan
zoals de god de winterkou
laat glijden over ’t naakte lijf;
als op de vijver ligt een gladde huid,
de wind voert hagelwolken aan,
verlangt hij naar een warme vrouw.
Zij zit met vrouwe Voorjaar op
het marmer, voerend een gesprek
dat naar zijn naaktheid culmineert;
de ogen glijden traag van rug naar kuit,
de vlammen laaien naar de top
tot hij hun wijst op een gebrek.
De tijd heeft haar een les geleerd
nog voordat Vrouwe Zomer kwam;
nu is zij onderweg naar ’t lijf
met zachte kleuren voor zijn gladde huid,
vol hoop dat hij zich tot haar keert
en wakkert aan de voorjaarsvlam.
* Lourens Alma-Tadema (1836-1912)
Schilderij ‘De stem van de lente’
Schilderij ‘Een zomerse offerande’
november 19, 2024
november 12, 2024