van Edward Burne-Jones*
Ridder was hij en nog jong,
vol moed om strijd te voeren
in ’t gezichtsveld van een vrouw:
hij moest het doen met blik en tong
en zou zijn zwaard wat later roeren.
Jonkvrouw was zij, elegant
van wandel en gebaren,
met het zicht op ’t riddervolk;
zij reikte één haar hart en hand,
de ridder met nog wilde haren.
Samen met alleen de zon
om hun geluk te delen
ging het naar de spiegelbron.
Hand in hand, zo stonden zij
gebogen boven ’t water,
van hun prille liefde tolk;
een rijpe appel kwam voorbij,
maar vruchten waren iets voor later.
Onheilspellend kwam de zon
met ogen tussen beide,
spiedend in hun diepste bron.
* Edward Burne-Jones (1833-1898)
maakte vier reizen naar Italië,
waar hij de Renaissance-schilders
bestudeerde, die zijn voorbeeld werden.
|