januari 26, 2021
van Jean-Léon Gérôme*
Zijn hond gebruikt hij voor ’t genot,
verbeeldend wat hij graag zou willen:
vliegensvlug zijn wegen gaan,
terwijl voor hem de tijd blijft staan,
zo waant hij zich een aardse god.
Maar Allah blijft het Eén en Al,
die hij beslist gehoorzaam nadert,
zich diep buigend voor zijn wil;
door ’t heilig woord wordt ieder stil,
waarna het voor hem wezen zal.
De waterpijp is gauw gevuld,
verbeeldend kan hij dan genieten
van wat voortkomt uit zijn geest,
zoals het vroeger is geweest,
hij is met ’t één en al vervuld.
Zijn hond deelt mee in het genot,
hij zou voor ’t dier niets anders willen
dan voor godshond door te gaan.
* Jean-Léon Gérôme (1824-1904)
Schilderij ‘Arnaut en zijn hond’
november 19, 2024
november 12, 2024