van Tristan Schane*
Ik ben in ’t wit gestoken
door mijn afkomst, Adams paradijs,
en heb hem aangevoeld,
wij zongen op dezelfde wijs,
maar later moest ik voor hem koken.
Kom, Eva, huid en haren
zijn niet nodig in mijn koninkrijk,
jij zult door mij een glanskind baren.
Ik bracht op aarde leven
buiten ’t paradijs, ’t viel zwaar
met bloed en eerste kreet,
een zachte huid en ook al haar,
maar ik moest hem mijn borsten geven.
Kom, Eva, laat de borsten
ondergaan de werking van de glans
die afstraalt van het brein van vorsten.
Als ik dan toch moet komen,
laat mij dan dansen zoals Eva’s doen,
meenemend hun gevoel,
ik geef de glans met huid en zoen,
de toekomst kan niet zonder dromen.
Schilderij ‘The seed’
|