De waar ligt ’s morgens uitgespreid,
het wachten is op klanten,
zij hebben alle tijd;
de boten liggen op het droge,
stevig zijn de boeg en spanten,
de vissers varen op hun tijd.

Zij weten van geen overkant
en kooplui in de steden
met geld van hand tot hand
en kuddes op het droge;
’t wachten stelt hen al tevreden,
de vissers rusten op het strand.

Geen reden voor de handelaar
om over zee te staren
met ogen van ’t is daar;
de boten blijven op het droge
tot vissers weer gaan varen
voor vis en soms wat smokkelwaar.

* Frank Brangwyn (1867-1956)
Schilderij ‘Markt op het strand in Marokko’