mei 18, 2021
van Jean-Léon Gérôme*
Een leuning steunt zijn linkerhand,
de rechter heeft het vaatje vast
waaruit hij net gedronken heeft
op koopwaar van eergister,
door de prijzen was hij blij verrast.
Hij stalde net zijn koopwaar uit,
zes stuks en dan ook nog een kind,
één bloot voor wie wat meer beleeft
aan een slavin dan afstand
houden, beter uit komt ook de tint.
Het slavenkind verhoogt de prijs,
zo’n kleine wordt natuurlijk groot,
de waar is altijd naar de groei,
maar komt er ziekte in het
spel, dan vreest de koper voor de dood.
Zijn blik glijdt nog eens over waar
die stellig is de moeite waard,
behalve dan het zwarte stuk,
dat in elkaar gedoken
zit, die waar is door de kleur ontaard.
* Jean-Léon Gérôme (1824-1904)
Schilderij ‘Slavenmarkt’
mei 11, 2021
van Jean-Léon Gérôme*
Zij vliegen vogelvrij,
de duiven van het plein,
hun vlucht verloopt massaal,
hun intuïtie mag er zijn…
… voor wat het plein hun biedt
aan korrels voor de maag,
de vleugels klappen voor
de harem, zij verschijnen graag.
Zij tonen hun gewicht
als vrouwen van belang,
die graag naar buiten gaan,
maar wat zij doen, duurt daar niet lang.
Zij strooien met het hart
hun sterk verlangen uit
naar vliegen als een duif,
maar zonder veren blijft hun huid.
Wanneer het donker is,
zijn zij ook vogelvrij,
er wordt slecht één geraakt,
zij koert: ‘De nacht vliegt vlug voorbij.’
* Jean-Léon Gérôme (1834-1904)
Schilderij ‘Harem-vrouwen voeren duiven’