juli 13, 2021
van Jean-Léon Gérôme*
Het is geen vrucht van eigen grond,
gezaaid heeft hij bij niet één vrouw,
want nooit is hij getrouwd geweest;
bij toeval stond het meisje voor hem,
’t was misschien omdat zij ’t zielig vond
dat hij de weg niet meer kon vinden.
Zij heeft twee vruchten op haar hand,
die zij gekocht heeft op de markt,
omdat die vrucht de kwaal geneest
van wie daarin oprecht geloven,
maar dat geldt niet voor wie is geen klant,
de koopman heeft geen mededogen.
Hij nam de vrucht niet van haar aan,
verlangde slechts dat zij hem hielp
de weg te vinden naar de plek
die hij toevallig had gevonden,
waar een mens zijn gang kan gaan,
al is hij jaren al een blinde.
* Jean-Léon Gérôme (1824-1904)
Schilderij ‘De blinde bedelaar’
juli 6, 2021
van Jean-Léon Gérôme*
Hij heeft ze alle drie gezien:
het vagevuur, de hemel en de hel,
was op de hoogte van hierna
het oordeel, dat wis komen zou;
ver voor de dood wist ieder wel
dat men niet aan de overgang ontkwam,
maar niet wat kwam daarna.
Het vagevuur is tijdelijk,
een loutering nog voor de overgang
naar hoger, ’t hemels paradijs,
het oord van ’t eeuwige geluk,
maar in de hel is men doodsbang,
waar men ook zit of staat of verder gaat,
elk raakt daar van de wijs.
Daar gaat hij, wijzer dan de rest,
zijn rode mantel spreekt de mensheid aan,
maar zegt niet wie er branden zal
wanneer de overgang er is;
geen kind laat men dat vuurpad gaan,
ook hij weet niet wie later verder gaat
in ’t kwaad… diep is zijn val.
* Jean-Léon Gérôme (1824-1904)
Schilderij ‘Hij heeft de hel gezien’