Archive for the Jereims category

Het ligt eraan wat dieren dragen,
geen kameel kijkt achterom,
de handelsgeest laat zich niet sturen,
het geweten houdt zich stom,
de karavaan maakt overuren.

Het ligt aan ’t duiden van rivieren:
voor kamelen geldt de wens
om stil te staan, de kop naar ’t water,
maar de geest passeert de grens,
de karavaan houdt niet van later.

Het kunnen dadels zijn of wapens,
haters gaan als terrorist
gewetenloos de grenzen over,
nodig is niet eens een list,
’t geweld barst uit als van een rover.

* Prosper Marilhat (1811-1847)
Schilderij ‘Oosters landschap met een karavaan
die een rivier oversteekt’

Waar ligt het einde van de weg
en voert die naar waarop men hoopt?
Hij antwoordt peinzend: ‘Wat ik zeg,
ligt anders dan waarop je loopt.’

Het liep eerst naar waar het begon:
antieke beelden, nu verval,
waarmee de keizer glorie won,
de weg was breed, maar is nu smal.

Men loopt de steile helling af
met in gedachten nog het beeld
van hoogmoed, als verdiende straf:
’t Romeinse rijk werd uitgekleed.

De hoop ging bij de heuvel op
met uitzicht op de utopie
die glorieerde op de top,
te hoog voor kronkels, heup en knie.

Het brein riep lijf en goed terug,
hoewel het hart behield de hoop
op tussen dal en top een brug,
maar onder stond een rijk te koop.

* Jules Laurens (1825-1901)
Schilderij ‘Begin van een Romeinse weg in Bithynië’