december 27, 2016
van Elihu Vedder*
Zij waren alle drie gesluierd
met verschil, dat moest er zijn,
toch was het drietal ingesteld
op wat gebeuren zou met pijn
of hadden zij al afgeteld?
Zij telde op, haar vroege jaren
waren op de dag gericht
waarop zij toen nog was gesteld,
de toekomst kreeg een kwaad gezicht
en had zich bij haar afgemeld.
Nog één vriendin bleef voor haar over,
van een man werd die tot vrouw,
zo had zij het tot slot gewild,
zij bleef haar tot het laatste trouw
en heeft met drank haar angst gestild.
De maan was toen al half gesluierd,
met de rest gaf hij haar moed;
terwijl er langzaam werd geteld,
zei de vriendin: ‘Jouw dag is goed,
je keuze wordt zo doorverteld.’
* Elihu Vedder (1836-1923)
Schilderij ‘De doodskelk’
december 20, 2016
van Elihu Vedder*
Zij was geboren tussen land en zee
en hield van beide evenveel,
sloot vriendschap met de golven,
lucht en water werden zo haar deel,
dat mens noch vis kon evenaren,
beide gaven haar een opdracht mee.
Bewaak de zee, geen schone schijn
zal heersen over golf en vis,
de mens zal volop visser zijn,
als netten leeg zijn, gaat het mis.
Wees waakzaam aan het oppervlak
en waarschuw voor de wrede mens,
in vergelijking ben ik zwak,
het lege visnet is mijn wens.
Zij hield van beide, van de vis en hem,
verliefdheid speelde ook een rol,
maar hield haar toch niet tegen
om te waken over bot en schol;
zij wilde ’t evenwicht bewaren,
ving slechts woede op uit oog en stem.
* Elihu Vedder (1836-1923)
Schilderij ‘Visser en zeemeermin’