augustus 8, 2017
van Lourens Alma-Tadema*
Laten wij op marmer zitten,
want de tinten zijn nog warm,
geef ruimte aan de meditatie
van iemand tussen ’t hoge woord,
zijn houding spreekt van gratie.
Spreek ons niet van Hadrianus,
keizer die als godheid weet
hoe burgers het bestaan ervaren,
zoals het volgens goden hoort:
aanvaarden, geen bezwaren.
Zwijg ook over wat gaat komen,
bomen zonder bladerdak,
voorspeld door al een keur van kleuren,
maar zonder dat de toekomst gloort,
er gaat dus niets gebeuren.
Laten wij op marmer hangen,
kil en half maar in het rond,
een afgebroken meditatie;
de keizer heeft het hoogste woord,
de burger is een spatie.
* Lourens Alma-Tadema (1836-1912)
Schilderij ‘Herfst’
augustus 1, 2017
van Lourens Alma-Tadema*
Zij kon alleen zich drijvend houden,
verder niet, dus vroeg zijn om de slag,
dan zou zij het gepaste offer brengen
aan de goden met ontstaan gezag,
geen twijfel vroeg dan om verlenging.
Verlangend keek zij naar de vissen,
die voorbeeldig zwommen voor haar brood,
opdat in ’t water zij de slag kon maken,
want eronder ging zij liggend dood,
de vissen zouden haar niet dragen.
Het lukte om één dood te maken
voordat zij de slag te pakken had,
het speet haar voor de vis die zij moest dragen,
maar het offer vroeg nu eenmaal dat
wat was het voorbeeld van haar streven.
Met zeven slagen kwam zij verder
dan zij liggend voor het water zag,
dus stond zij voor het altaar met geschenken:
‘Dank u, twee keer slagen op één dag
is waard om samen te gedenken.’
* Lourens Alma-Tadema (1836-1912)
Schilderij ‘Waterdiertjes’
Schilderij ‘Het votiefgeschenk’