maart 27, 2018
van Lourens Alma-Tadema*
Een keizer staat voor ’t volk model
en ligt niet toe te kijken
hoe de gast zwemt in het bad
van honderdduizend rozenblaadjes
tot het overloopt door lijken.
Toch ligt het deze keizer wel
zijn lust te laten vieren,
vrouwen, maar ook mannen zat,
beschikkend over roze gaatjes,
macht weet ieder te versieren.
Hij is nog jong en in de bloei
van ’t blote lieve leven,
dus wie doet de keizer wat;
de vleiers zijn de beste maatjes…
rozenblaadjes kunnen kleven.
Zij zoeken om een reddingsboei,
maar kunnen die niet vinden;
ook de keizer krijgt een bad,
zijn lijk komt zonder mooie praatjes
in de stroom bij zijn beminden.
* Lourens Alma-Tadema (1836-1912)
Schilderij ‘De rozen van Heliogabalus’
maart 20, 2018
van Lourens Alma-Tadema*
Over zee is hij gekomen,
want tirannen stonden hem niet aan,
van Lesbos voelt hij zich verbannen…
Alcaeus dicht soms met een traan:
‘Geen tiran zal in mijn dromen
heersen over mensen, klein of groot,
op Lesbos, eiland met bemanning,
die strijdt voor de tirannen-dood.’
Nu Alcaeus is gezeten
voor de vrouwen aan de overkant,
die om een ander genre vragen,
past hij zich aan… de vrouw is klant:
‘Nee, het leven is geen vete,
luister daarom naar mijn liefdeslied,
dat op mijn eiland wil behagen
tot Amor met zijn pijlen schiet.’
* Lourens Alma-Tadema (1836-1912)
Schilderij ‘Sappho en Alcaeus’