december 5, 2017
van Lourens Alma-Tadema*
van Jacobus van Looy**
Hij heeft geen last van een gebrek,
getuige zijn beweging,
geen gebrek aan liefde ook;
zijn moeder strekt haar slanke nek,
geen handje houdt haar tegen.
Geboren is hij om te staan
temidden van de goden,
die voor hem plaveien ’t pad
om triomfantelijk te gaan
van ’t strijdperk met zijn doden.
Helaas heeft hij het niet gered,
geofferd met de zegen
van de Schepper die het rook;
zijn moeder heeft niets aan ’t gebed,
geen hand houdt tranen tegen.
Geboren was hij om te gaan
als herder met zijn schapen,
waarvoor hij de voorkeur had,
de keuze liet hem niet bestaan…
hij was voor niets geschapen.
* Lourens Alma-Tadema (1836-1912)
Schilderij ‘Een aards paradijs’
** Jacobus van Looy (1855-1930)
Schilderij ‘Eva en Abel’
november 28, 2017
van Lourens Alma-Tadema*
Zij heeft het wel bekeken,
tussen zee en visbassin
droomt zij van wie haar voeren wil
met woorden die van dieper zin
getuigen dan: ‘Hap toe, mijn liefjes!’
Waarom zou zij niet breken
met haar rol, passiviteit
maakt heel haar lieve leven stil:
‘Kom op en staar niet, malle meid,
de dichter voert je naar de verte!’
Zij ligt languit, een teken
dat zij opgaat in de rol
van Venus die de liefde wil…
zij leest, houdt tot het einde vol
en droomt vannacht van zilvervisjes.
* Lourens Alma-Tadema (1836-1912)
Schilderij ‘Zilveren liefjes’
Schilderij ‘Een lievelingsdichter’