maart 6, 2018
van Lourens Alma-Tadema*
Het marmer heeft de tijd doorstaan
zoals de god de winterkou
laat glijden over ’t naakte lijf;
als op de vijver ligt een gladde huid,
de wind voert hagelwolken aan,
verlangt hij naar een warme vrouw.
Zij zit met vrouwe Voorjaar op
het marmer, voerend een gesprek
dat naar zijn naaktheid culmineert;
de ogen glijden traag van rug naar kuit,
de vlammen laaien naar de top
tot hij hun wijst op een gebrek.
De tijd heeft haar een les geleerd
nog voordat Vrouwe Zomer kwam;
nu is zij onderweg naar ’t lijf
met zachte kleuren voor zijn gladde huid,
vol hoop dat hij zich tot haar keert
en wakkert aan de voorjaarsvlam.
* Lourens Alma-Tadema (1836-1912)
Schilderij ‘De stem van de lente’
Schilderij ‘Een zomerse offerande’
februari 27, 2018
van Lourens Alma-Tadema*
Het boeket, onaangeroerd,
heeft tussen hen maar kort gesproken,
wacht nog op wat komen gaat,
zij heeft het wel geroken.
Toen zijn stok had aangeroerd
haar voet, was die teruggetrokken,
wat nu eenmaal komt en gaat,
de beide stemmen stokken.
Handen spreken elkaar toe:
‘Mijn vingers voelen zich gespannen.’
‘Steunen vergt veel, maakt mij moe.’
Paars vertelt wat hen beroert:
‘Wie liefheeft, moet ook wel eens lijden,
als geen stem zich horen laat,
kom ik wel tussen beide.’
* Lourens Alma-Tadema (1836-1912)
Schilderij ‘Een veelzeggende stilte’