november 27, 2018
van Fritz von Uhde*
Hij meende alles al te weten,
tot zijn hoofd er vol van was,
zodat het haar er los van liet,
het was de waarheid die hij las.
Als theoloog kon hij zich meten
met de hoogsten in het land,
een lage berg beklom hij niet,
de waarheid vond hij met verstand.
Totdat zijn oog viel op de aarde,
die in ’t schemerduister lag
en waar het volk zich op bewoog,
’t was niet verheven wat hij zag.
Omdat de dag fel naar hem staarde,
ging hij liever in de nacht,
de heuvel reikte niet zo hoog,
geen theoloog stond daar op wacht.
De mysticus ontving zijn wezen
als beweging door de damp,
terwijl het zong het hoogste lied,
verwijzend naar de kaars en lamp.
* Fritz von Uhde (1848-1911)
Schilderij ‘Christus en Nicodemus’
november 20, 2018
van onbekend*
Het is nu eenmaal de rivier
die scheiding tussen volken bracht
die vroeger nauw verbonden waren
door verwantschap, dag en nacht
liet bloed gevoelens stromen.
Het is de demarcatietekst
die melding maakt van het verbod
en impliciet van veel gevaren
voor wie tart het levenslot…
zij zal niet verder komen.
Het levenslot is het geluk
te wonen in het noorderland
van vele hoogten, volle aren,
brieven voor de overkant
bestaan slechts in haar dromen.
Een bode blijft trouw op haar post,
al is zij elke dag mobiel;
soms stapt zij af voor even staren
over de rivier, haar ziel
laat zich door ’t bloed meestromen.
* Geen titel