september 4, 2018
van Frits von Uhde*
De kat is weggedoken
voor de vreemde, lichte stap,
die hem het brokje kost
dat hij bij elke maaltijd krijgt…
het spek heeft hij geroken.
De vrouw kwam aangelopen
met een schaal, gevuld met snert,
voor hen voedzame kost;
terwijl de kring bij voorbaat zwijgt,
zijn alle ogen open.
De stilte laat zich horen
nu zijn voetstap plotsklaps zwijgt;
de vraag wordt uitgesteld,
terwijl toch ieder antwoord krijgt:
de gast wil bij hen horen.
De gastman stamelt: ‘Heden
zijt Gij welkom, hoge Heer,
wij zijn erop gesteld
dat Gij hier komt, nu ieder zwijgt,
wordt voor de snert gebeden.’
* Fritz von Uhde (1848-1911)
Schilderij ‘Gebed voor de maaltijd’
augustus 28, 2018
van Fritz von Uhde*
De bomen waren zonder blad,
maar in verwachting van het voorjaar
dat maar niet komen wou,
het pad leek zonder eind,
was modderig, op plaatsen nat,
spoordiep als in geen jaren.
Zij beiden waren onderweg
van ’t hoge noorden naar het zuiden
als man, trouw aan een vrouw
die naar het einde liep,
nog vol verwachting na de pech
dat zij geweigerd waren.
Want elke herberg was bezet
door lui die pasten op hun tellen,
want buiten kroop de kou
door huid en haren heen;
de weigering werd voor hen wet,
ondanks ’t nabije baren.
De bank die geen beschutting bood,
wel stevigheid om bij te komen,
verwachtte dus de vrouw,
maar in de verte stond een stal,
die noodde in acute nood…
een kind als in geen jaren.
* Fritz von Uhde (1848-1911)
Schilderij ‘De zware gang’