oktober 2, 2018
van Fritz von Uhde*
Met pijlen in de koker,
losjes in zijn hand de boog,
loopt hij vlug naast zijn moeder,
op dat moment voor hem geen oog,
het huis van vader uit.
Zij loopt, vindt hij, voor joker,
door zijn vader weggestuurd,
omdat zijn vrouw, de eerste,
geen tweede vrouw duldt in haar buurt,
hij schiet voor ma wel buit.
Toch voelt hij zich ook schuldig,
want vandaag heeft hij gepest,
pa noemde dat zijn broertje,
een baby nog, het is hem best,
maar moeder niet, zij huilt.
Hij is nu ongeduldig,
als altijd, zoals ma zei,
maar hij kan moeilijk anders,
met pijl-en-boog voelt hij zich vrij,
weet hoe hij zich verschuilt.
* Fritz von Uhde (1848-1911)
Schilderij ‘Hagar wordt weggestuurd’
september 25, 2018
van Fritz von Uhde*
De stok liet het al weten
dat hij op doorreis was
en ook de voorraad op zijn rug,
zo nodig voor de overgang,
die hij had meegemaakt,
toch kwam hij tijdelijk terug.
Zij meende het te weten:
hij ging voorgoed op reis,
de weg op naar de overkant,
vandaar de tranen op haar wang;
één nacht had zij gewaakt,
wel met een droom van hand in hand.
Nooit zou zij hem vergeten,
maar zien, het was voorbij,
haar ogen liepen over… naar
de dag van haar gewone gang…
zij werd licht aangeraakt,
vernam een stem, die gaf om haar.
* Fritz von Uhde (1848-1911)
Schilderij ‘Waarom huil je?’