maart 5, 2019
van onbekend*
Natuurlijk zijn ze ingedeeld
om in de oorlog mee te vechten
voor hun volk en vaderland,
de vijand komt vandaag in beeld.
De winter speelt voor hen geen rol,
de sneeuw wil aan ’t geweer niet hechten,
stuift voor volk en vaderland,
dus houdt de vijand het niet vol.
Het paard weet waar de weg heen gaat,
voelt feilloos aan wat zijn de rechten
van zijn volk en vaderland,
zodat het ook de vijand haat.
De vrouwen hebben ’t naar hun zin,
de zin van goeden tegen slechten,
goed zijn volk en vaderland,
de vijand gaat de doodsstrijd in.
* Geen titel
februari 26, 2019
van Nikolay Dubovskoy*
De wind had met het meer gespeeld
en bracht verkoeling aan de oever,
landinwaarts was het drukkend heet,
een bootje had zich niet verveeld,
de visser deed zich voor als snoever.
Een monster dook op uit het meer
en liet zich op een luchtstroom glijden,
terwijl de bootsman voelde beet,
zijn dobber dook een laatste keer,
hij was als visser te benijden.
Toen steeg de wind en was het stil
beneden, krachtig werd hij boven,
zo dreef hij ’t monster rollend voort,
een samenspel naar elk zijn wil,
het zou het meer van rust beroven.
Het bootje vluchtte voor ’t geweld
van boven, ’t water werd bewogen
door vlagen wind van west naar noord;
de visser had geen vis geteld,
het werd de bootsman zwart voor ogen.
* Nikolay Dubovskoy (1859-1918)
Schilderij ‘Het werd stil’