augustus 27, 2019
van Caspar David Friedrich*
Dat ben ik, daar in de verte,
open voor de inspiratie
van de nog niet voorgeschreven geest,
die aandrijft van de overkant,
ik wacht al lang op de sensatie.
Binnen kon ik het niet vinden,
levend volgens rituelen,
zoals ’t vele eeuwen is geweest;
ik schouwde slechts de binnenkant
en moest altijd met velen delen.
Nu sta ik alleen te wachten
op de grens van het verleden
naar de toekomst, tijdloos voor de geest,
met vóór de zee en achter zand,
geen weet heb ik meer van het heden.
Ben ik monnik of nu schilder
van de nevel met geheimen
waarin men de verre toekomst leest?
De tijdgeest schilder ik met zand
en zout, met alles valt te rijmen.
* Caspar David Friedrich (1774-1840)
Schilderij ‘Monnik bij de zee’
of ‘De fluisterende tijdgeest’
Tekening ‘Zelfportret’
augustus 20, 2019
van Caspar David Friedrich*
Een tweetal steekt er bovenuit:
de harde rots en scherpe wolk;
ze wijzen naar een hoger plan,
verwijzing met een bijgeluid.
Hij klom totdat het niet meer kon,
met speer en aan zijn riem de dolk;
geen dier dat hij daar tegenkwam,
terwijl hij toch aan hoogte won.
Daar staat hij op de scherpe rots,
verwacht de voortgang door het zicht
op golven, horizon en wolk,
die even scherp is als zijn trots.
Hij steekt zijn speer nu ver vooruit
als overbrugging van het licht
dat ligt te blinken; voor de maan
applaudisseert de deining luid.
Zijn scherpe trots houdt niet lang stand,
’t applaus is niet bestemd voor hem,
als bijgeluid klinkt: hier vandaan,
de speer verwijst naar ’t lage land.
* Caspar David Friedrich (1774-1840)
Schilderij ‘Op de rots’