november 19, 2024
van Edward Burne-Jones*
Kon hij wel weten dat zij sliepen
in het dichte doornenwoud?
Hij had geen kennis van vervlogen tijd,
alleen van hier… en nu is aangebroken
zijn moment aan haar gewijd.
Kon hij wel voelen dat zij sliep en
al een eeuw geslapen had?
Het laatste was voor hem vervlogen tijd,
waarmee hij uit ervaring had gebroken,
wat voortvarend voor hem pleit.
Hij voelde aan de doornenstruiken
dat zij wisten van de slaap,
ze lieten hun geweten spreken door
te kruipen waar ze konden komen,
daarna volgde hij hun spoor.
Zo kon hij torenhoog bereiken,
vliegensvlug ook, haar die sliep
en droomde van de tijd van heden, die
meteen verscheen voor beiden, samen
met de toekomst zijn het drie.
* Edward Burne-Jones (1833-1898)
Schilderij ‘De prins in het woud van doornenstruiken’
november 12, 2024
van William Holman Hunt*
Met zijn poten zakt hij in
het water van de Dode Zee,
te zout om van te drinken,
uit de diepte staart de dood
hem aan, wat heeft het staan nog zin?
Ligt het aan zijn eigen schuld
of aan die van het hele volk
dat hij zo laag moest zinken?
Bloed is bloed, de kleur is rood…
of is zijn staan in mist gehuld?
Of het wel zo zit, hij weet
het niet, het is de Dode Zee
waar hij niet in verdrinken
kan, al was hij ook van lood…
’t zou hem verlossen van zijn leed.
Hij is losgelaten, gaan
en staan kan hij naar eigen wil…
wie zou hem nog verminken?
Maar alleen is hij al dood,
geen zin heeft het te blijven staan.
* William Holman Hunt (1827-1910)
Schilderij ‘De zondebok’