van Louis Charles Auguste Couder*
Als dienaar van het Ottomaanse rijk
en ook van Allah en Mohammed
ging zijn hart naar piramidenland,
voortvarend gaf hij tussen sfinxen blijk
van moed en van gezond verstand.
Mohammed liet Napoleon toen gaan,
het einde van de Franse missie
van verovering en wetenschap;
Mohammed trok zich van de sfinx niets aan,
soldatenmars was weer een stap.
De piramiden zagen jaren neer
op werkers aan moderne wegen
langs de Nijl en door de zandwoestijn;
zo Allah wou, Mohammed kreeg de eer,
voor ’t werkvolk waren zweet en pijn.
De dienaar van het Ottomaanse rijk
liet zich niet door de sultan leiden,
koos voor ’t eigen piramidenland,
voortvarend gaf hij van zijn inzicht blijk,
de sultan beet in ’t hete zand.
Egyptisch heerser, overal bekend,
moest later zonder inzicht lijden,
want zo Allah wou, werd hij dement.
* Louis Charles Auguste Couder (1790-1873)
Schilderij ‘Mohammed Ali, vice-koning van Egypte’
|