van Elihu Vedder*
Kan een moslim eenzaam zijn
op grond van zijn Mohammed,
hemelhoog in het geloof?
Alleen in de woestijn.
Zwervend gaan van niets tot niets
alsof hij blind geslagen
is en ook nog horend doof,
zoekt hij een vaststaand iets.
Dan, voorbij wat al lang ligt,
gevormd als steunpilaren,
rijst zijn helper boven ’t zand,
voor hem met een gezicht.
Geef, Mohammed, mij één woord:
krijg ik nog tijd van leven,
jaren met een vrouwenhand,
want dan kan ik weer voort.
Hoor het uit een vrouwenmond,
gevormd in oude tijden,
slechts een dag is jouw bestaan,
jij sterft op Amons grond.
* Elihu Vedder (1836-1923)
Schilderij ‘De man die de sfinx ondervroeg’ |