| van Ernst Körner*
   
  
Wat zegt nog een pilaar 
als drager zonder dak 
en onderdeel van een ruïne? 
De styl als dode tak, 
in ’t breken een gevaar.
Hij zegt het met gezag 
en tekenschrift rondom 
voor westers volk om uit te kienen; 
de eeuwen door bleef ’t stom 
tot aan de open dag. 
Een openbaring voor 
de ogen en de geest 
hoe goden melden het voorziene 
van rouwvertoon en feest, 
zo ging het altijd door. 
En zie dan nog de mens 
in al zijn nietigheid 
als onderdeel van een ruïne, 
de styl een eeuwigheid, 
het breekpunt is de grens. 
* Ernst Körner (1846-1927) 
Schilderij ‘De tempel van Karnak. 
De grote hypostylenzaal’ 
  |