oktober 25, 2016
van Puvis de Chavannes*
Zij leven aan de rand van ’t water, ’t meer dat geeft de kost, niet meer, hij heeft zijn boot, een lange stok, een touw, het net, niet meer, de vis komt dan wat later, maar het is en blijft een gok. Daar staat hij aan de rand van het bestaan, Zij blijven aan de rand van ’t weiland, En knielend aan de rand van het bestaan, |
november 27, 2024
november 19, 2024