| van Akseli Gallen-Kallela*
   
 
Marjatta, maagd, geen omgang met een man 
had jij, maar at met smaak de vossebes, 
die jou bevlekte, 
vol verwachting, maar nog zonder plan 
zag jij hoe hij zich rekte. 
De ene sauna in, de tweede uit, 
want ieder zag met afschuw naar je buik, 
geen stomend baren 
zou je, maar op mos en tussen kruid 
zag jij zijn blonde haren. 
Maar Väinämöinen zag hem in het zwart, 
de maagdenzoon, hem stekend naar de kroon, 
moest hij wel doden; 
echter door het jongetje verward, 
zocht hij het bij zijn goden. 
Toen stapte Väinämöinen in zijn schuit, 
zijn blik was scherp, hij hoorde wel, maar zag 
de knaap niet spelen; 
zonder plan voer hij het zeegat uit 
en zonder zijn kantele. 
  
* Schilderij ‘Het verhaal van Marjatta’ 
(1895 – 20 x 44 cm.) 
Schilderij ‘Het vertrek van Väinämöinen’ 
(1896-1906 – 127 x 119 cm.)   
   |