Posted by admin

Maar op aarde mogen zij nog strijden,
in Damascus brandt het heilig vuur
voor God of is ’t voor Allah?
Het wordt een strijd van lange duur.

’t Christenvolk moet voor de Druzen wijken,
aardse vlammen laaien door hun wijk
met dank alleen aan Allah
en wie niet weg is, wordt een lijk.

Christenvrouwen mogen langer leven,
worden zelfs op een kameel getild,
maar zonder God, want Allah
betoont zich voor de vrouwen mild.

Laat de christenvrouw zich maar verblijden
om de ongeschonden borst en schoot,
als aards bezit geschonken,
dank daarom Allah, hij is groot!

* Jean-Baptiste Huysmans (1826-1906)
Schilderij ‘De gevangene. Christenvrouw
gekidnapt door de Druzen’

Is zij het of juist niet?
Als harem-dame uitgedost,
versierd met parelsnoeren
tulband, stemmend voor een lied,
zo zit zij op haar post.

Almina is haar naam,
als dochter van een handelaar
in kunst bekend met prenten,
maar zelf zonder wereldfaam,
toch zit de beeldvrouw daar.

Het zit hem in de tijd:
het exentrieke als de trend,
gericht op de verbeelding,
los van haar identiteit,
Almina’s oriënt.

* John Singer Sargent (1856-1925)
Schilderij ‘Almina, dochter van Asher Wertheimer’